Search

Content

Welkom bij "My Forbidden Library."
Mijn naam is Lysbeth en wat leuk dat je even een kijkje komt nemen in mijn virtuele boekenkast.
Neem je tijd en snuffel gerust rond tussen mijn verhalen.

"Books are an uniquely, portable magic."
~ Stephen King


0 reacties

Eindverslag - Lezen voor de lijst

Persoonlijke ervaring
“Vroeger, toen ik klein was...” schreef ik in september mijn eerste blogbericht, “Mijn leesautobiografie” was de titel. Wat was ik trots op mijn lees carrière, vooral de 11 delen van “De Grijze Jager” leken kroonjuwelen op mijn lijstje. Ik had het over fantasiewerelden met draken en wou eigenlijk niets weten van de realiteit van de Nederlandse literatuur, althans, dat dacht ik. Twee jaar later zit ik weer achter mijn computer en begin met die eerste zin op dat stralend witte beeldscherm. Laten we eens kijken hoe ik deze jaren beleefd heb, afgesloten van mijn fantasiewereld, gegooid in het oneindige denk spel van de Nederlandse literatuur.

Inmiddels zijn we twee jaar verder en heb ik veel geleerd over het lezen van literatuur. Ik merk aanzienlijk dat mijn leesniveau is gestegen en dat mijn woordenschat is toegenomen. Door het vele oefenen ben ik inmiddels in staat onderliggende betekenissen of grappen te herkennen waardoor de waarde van het boek en het lezen ervan toeneemt. Het lezen van literatuur kan lastig zijn en je moet er echt ingroeien. De schrijver gebruikt een andere aanpak en er is duidelijk over het boek en de betekenis nagedacht. Toch zie ik in dat iedereen literatuur kan leren lezen, als je maar een boek hebt wat binnen jouw interessegebied ligt.
Er heeft een verandering plaatsgevonden in de manier waarop ik lees. Dit is voor een groot deel te danken aan de theorie van verhaalanalyse. Toen ik mij deze stof eigen maakte, merkte ik dat ik het automatisch ging toepassen. Ik begon perspectieven te herkennen en langzaam ook andere elementen van de stof. Ik zag open plekken en de bijbehorende spanningsbogen, maar ook de manipulatietechnieken kwamen mij bekend voor. Hierdoor werden de boeken begrijpelijker en ook leuker om te lezen. Net als een schaakspel volg je alle zetten van je tegenstander, die in dit geval de schrijver van het literaire boek is. Zelf ben ik dus ook gegroeid op het speelveld van de literatuur. Momenteel zou ik mijzelf beschrijven als een goede niveau 4 lezer die zich nog volop ontwikkeld. Ik kan mezelf volledig overgeven aan een goed boek en wordt geprikkeld wanneer ik verhaalanalyse kan toepassen of herkennen. Ik zie kans voor verbetering in mijn woordenschat maar ook in het krijgen van een breder interessegebied.

Zoals ik al aangaf kan iedereen leren om literatuur te lezen, als je maar een goed boek pakt. Het kiezen van een boek binnen een persoonlijk interessegebied is belangrijk omdat leren makkelijker gaat als je het ook leuk vindt. Gelukkig is er een overweldigend aantal Nederlandse literatuurboeken waarbij voor ieder wel wat wils zit. Een keuze maken kan toch erg lastig zijn, voor mij gingen er behoorlijk wat stappen aan vooraf. Wanneer ik een boek lees, wil ik dat elke zin een bepaalde sensatie in je oplevert. Je eigen keuze speel hier een grote rol bij.
In eerste instantie zocht ik voornamelijk op “Lezen voor de lijst”, zo ben ik ook gekomen bij het boek “Die zomer” van Wanda Reisel. Maar deze manier werkte niet voor mij. Er waren te veel boeken en ik kon niet mijn interessegebied vinden. Zodoende ben ik afgegaan op aanraders van zowel vriendinnen als docenten. Hierdoor kan zowel van beide kanten een inschatting worden gemaakt of dit boek echt wat voor jou is. Ik heb vooral veel gehad aan het advies van mijn Nederlands docente. Door haar ruime vakgebied en ervaring kon ze goede inschattingen maken voor boeken die geschikt zouden zijn voor mij. Als laatste stap is het altijd belangrijk om de achterflap en eventueel recensies erbij te pakken. Wanneer ook deze laatste zet gespeeld is, heb jij het perfecte boek gevonden, schaakmat!

Door het herhaaldelijk, en gedeeltelijk ook onbewust, uitvoeren van deze stappen is er een rode lijn te herkennen in de soort boeken die op mijn lijst staan. In eerste instantie is zichtbaar dat er een opbouw zit in het niveau. “Volmaakte Verdwijning”, door D. Christmas, is een boek van een lager niveau en staat dus aan het begin van mijn lees carrière. Naarmate de lijst groeit blijven alleen nog maar niveau 4 of eventueel 5 boeken staan. Ook zijn er bepaalde thema’s die mij goed in de smaak vallen. Zo zijn er meerdere boeken met een avontuurlijk en eventueel romantisch tintje te herkennen. Qua onderwerpen zie ik veel reisverhalen of verhalen die zich in andere gebieden afspelen terug (De kleine Johannes – F. Van Eeden, Nooit meer slapen – W. F. Hermans, De Overgave – Arthur Japin, Bezonken Rood – J. Brouwers, Monte Carlo – Peter Terrin). Dit komt omdat ik zelf graag de wereld wil zien en er dus ook graag over lees. Een soort boek wat mij minder interesseert zijn oorlogsverhalen. Hiervan zie je dus nauwelijks wat terug, alleen in “Bezonken Rood” van J. Brouwers wordt hiernaar verwezen. Als laatste let ik ook op de hoofdpersoon in het verhaal. Zo komen veel jonge mensen terug in mijn boeken (Die zomer – Wanda Reisel, De kleine Johannes – F. Van Eeden, Nooit meer slapen – W. F. Hermans, Monte Carlo – Peter Terrin, Kleren maken de vrouw – Hella S. Haasse).
Mijn favoriete onderwerpen om over te lezen zijn reisverhalen, verhalen over bepaalde periodes in de geschiedenis (bijvoorbeeld de periode van “De Overgave”) en belangrijke of indrukwekkende karakters.

Ik kan met zekerheid stellen dat ik het lezen van literatuur nuttig vind voor mijn persoonlijke ontwikkeling. De literatuur en het lezen breiden de woordenschat uit wat later zeer goed van pas kan komen in welke richting dan ook. Daarnaast krijg je een stukje mee over de literatuur van je eigen land, wat gewoon belangrijke basiskennis verschaft, en leer je de theorie op een leuke manier toe te passen en te herkennen. Toch vond ik het soms jammer dat er begrenst werd tot alleen de Nederlandse en Vlaamse literatuur, alhoewel het op deze manier wel overzichtelijk wordt gehouden.
Zoals wel te zien is ben ik een voorstander voor het “Lezen voor de lijst”, toch heb ook ik momenteel mijn literatuur even weggestopt om te beginnen aan die groeiende stapel vrijetijdsboeken. Twee jaar lang heb ik weinig eigen boeken kunnen lezen, maar daar is inmiddels verandering in gekomen. Momenteel ben ik bezig met het boek “De Vallei van de Paarden”, deel 2 van “De Aardkinderen”, geschreven door Jean M. Auel. Hierna ben ik nog wel even bezig met “The Lord of The Rings”, de nieuwe boeken van “De Grijze Jager” en “Broederband”, door John Flanagan, en natuurlijk het uitlezen van “Val en Verlossing”, geschreven door  Leigh Bardugo.

Ik ben er zeker van dat ik de uitdaging met de (Nederlandse) literatuur ooit weer aan zal gaan, maar tot die tijd zal ik deze literaire koningin nog net een zet voor blijven.

Top 13
1.    “De Overgave” – Arthur Japin
Bij verre is “De Overgave” van Arthur Japin mijn nummer 1. Dit prachtige boek heeft alles waar mijn hart naar verlangt: een meeslepend en spannend verhaal, een droomwereld over zee en een uitdagende literaire opbouw.
2.    “Kleren maken de vrouw” – Hella S. Haasse
Dit boek leek voor mij gemaakt te zijn. Het was prachtig te lezen over twee van mijn favoriete interesses; fashion en tekenen. Daarnaast is de hoofdpersoon van dezelfde leeftijdscategorie en heeft ze het karakter van een Disney Princes. Het was het perfecte boek om te lezen op vakantie, onder de brandende zon met mijn voetjes in het zand. Door dit boek kon ik even al mijn zorgen over school en de dagelijkse hectiek vergeten, een echte aanrader!
3.    “Monte Carlo” – Peter Terrin
Monte Carlo lijkt me een heerlijke reisbestemming. Bij de aankondiging van dit boek door mijn lerares was mijn aandacht er dus meteen bij. Ook de rol van de wereldberoemde actrice maakt het boek voor mij interessant. Daarnaast was het een leuk en makkelijk boek om te lezen. De achterliggende gedachten kon ik er gemakkelijk uit pikken en zo merkte ik dat mijn leesniveau was gestegen. Het open einde zorgt voor een onvergetelijke afloop en daarom een 3e plaats.
4.    “Hersenschimmen” – J. Bernlef
Na het lezen van dit verhaal kon ik voor een van de eerste keren zeggen dat ik een literair boek oprecht leuk vond. Ik denk dat dat ook de reden is geweest dat het boek me zo bij is gebleven. Het was een omkeerpunt in mijn houding tegenover de Nederlandse literatuur. Het speelt zich af in Amerika waardoor mijn aandacht al getrokken werd vanaf het begin. Het verhaal zelf is niet zo zeer speciaal maar de schrijfstijl en afloop vond ik prachtig. In het boek worden vele vragen over het leven aangekaart waardoor de schrijver je dwingt te blijven nadenken, zeer slim gespeeld van J. Bernlef.
5.      “Reynaert de Vos” – onbekend (historisch)
Dit boek is in de lessen uitgebreid aan bod gekomen. De periode uit de geschiedenis ligt mij minder, maar de fantasie en spot in het boek vond ik fantastisch. De schrijfstijl was, mede door de vertaling, beter te begrijpen en ik vond het erg leuk hoe gelijkenissen werden getrokken tussen de dieren en werkelijke personen van die tijd. Dat stukje verzet wat erbij komt kijken maakt dit boek zo speciaal. Het is echt iets uitzonderlijk op je lijst.
6.      “Max Havelaar” – Multatuli (historisch)
In de les is ook aandacht besteed aan de schrijver Multatuli met zijn boek “Max Havelaar”. Ik vond het ontzettend indrukwekkend door verschillende redenen. Ten eerste vind ik deze periode, Nederlands-Indië, een leuk onderwerp in de geschiedenis. Vooral omdat het zo ver bij Nederland weg ligt en het een prachtig gebied is. Ten tweede wordt er in dit boek gestreden voor gelijke rechten, iets waar ik zelf ook erg voor sta. Het boek kent prachtige verhalen en de opbouw is buitengewoon speciaal en infinitief. De betekenis erachter maakt het plaatje compleet. Het enige nadeel is de lastige schrijftaal, daarom nummer 6 voor Multatuli.
7.    “Nooit meer slapen” – Willem Frederik Hermans
In eerste instantie vond ik dit maar een negatief en enigszins eentonig boek. Toch heb ik genoten van de mooie beschrijvingen van de natuur en de onverwachte momenten die het verhaal levendig houden. Naarmate de tijd verstrijkt krijg ik steeds meer waardering voor dit boek. Er zaten leuke en diepzinnige elementen in die het een aantrekkelijk verhaal maken wat, in tegenstelling tot nummer 8, het boek een bijblijvend karakter geeft.
8.    “Volmaakte Verdwijning” – Derwent Christmas
Nummer acht is eigenlijk het omkeerpunt, alle overige boeken zou ik persoonlijk niet meteen aanraden. “Volmaakte Verdwijning” daarentegen was wel erg leuk. Het is een niveau 2 boek waardoor het gemakkelijk weg leest. Daarnaast wordt je tot op het laatst in spanning gehouden en wordt het boek niet eentonig. Toch heeft het boek niet een bijzonder karakter waardoor het langer bij je blijft.
9.    “Alles wat er was” – Hannah Bervoets
Tijdens het lezen van dit boek had ik niet het idee dat er echt een belangrijke boodschap achter zat. Ik vond het een raar en vooral op het einde luguber boek. Nu zal je je misschien afvragen waarom ik hem dan toch op de 9e plek heb staan. De oorzaak hiervan is de spanning en indeling van het boek. De korte hoofdstukken gemaakt in de vorm van een dagboek zijn aantrekkelijk en lezen fijn weg. Daarnaast is, ondanks de rare kwesties, het boek niet eentonig waardoor je toch verder blijft lezen.
10. “Bezonken Rood” – Jeroen Brouwers
“Bezonken Rood” stond hoog aangeschreven op verschillende websites en de recensies waren erg goed. Toch viel het mij verschrikkelijk tegen, vooral omdat mijn verwachtingen zo hoog waren. Er zaten leuke en speelse accenten in die later werden uitgelegd, maar voor de rest vond ik het boek vooral erg raar. Wat erin beschreven wordt heeft wel veel indruk op mij gemaakt. Het geeft inzicht in het leven in Nederlands-Indië door de ogen van een slachtoffer. Dit boek heeft veel naslagwerk nodig gehad voordat ik het enigszins begrijpen, toch ben ik blij dat ik er tijd in heb gestoken.
11.  “De kleine Johannes” – Frederik van Eeden
Tijdens het uitzoeken van dit boek wist ik niet dat de schrijfstijl nog zo ouderwets zou zijn. Het verhaal is erg leuk en er komen veel aspecten uit het impressionisme terug. Er wordt geprobeerd een bepaalde sfeer te creëren en ik moet zeggen dat dit goed lukt. Toch was mijn literair vermogen op dat moment nog te zwak om dubbelzinnigheden en betekenissen eruit te halen. Dit maakte het boek, in combinatie met het oude taalgebruik, verschrikkelijk moeilijk. Toch was dit boek een uitdaging en heb ik veel geleerd door de research die ik na het lezen heb verricht.
12.  “Gysbrecht van Amstel” – Joost van den Vondel (historisch)
Dit boek is behandeld tijdens de Nederlandse lessen. Ik heb de “Gysbrecht van Amstel” zo laag geplaatst omdat de gehele periode in de geschiedenis mij niet interesseert. Het verhaal zelf vond ik maar moeilijk te begrijpen door de erg ingewikkelde opbouw en de verschillende personages. Mede door de lak aan interesse is dit verhaal zo laag geëindigd.  
13. “Die zomer” – Wanda Reisel
Helaas was het eerste boek wat ik las, ook meteen de stomste. Persoonlijk krijg ik de indruk dat ik het boek zo laag geplaatst heb omdat de literatuur en schrijfstijl nog totaal onbekend voor mij waren. Ik was onvoorbereid, vond het een raar verhaal en kon verscheidene aspecten niet volgen. Daarnaast is het karakter van de hoofdpersoon onbezorgd en naïef, wat recht tegenover mijn eigen karakter staat. Het is jammer dat mijn eerste boek zo’n blunder was. Ik herinner hoe erg ik opkeek tegen de nog komende 12 boeken na het uitlezen van “Die Zomer”. Gelukkig werden de boeken alleen maar beter en heb ik ook absoluut toppers gelezen, maar dit verhaal van Wanda Reisel zit daar zeker niet bij.

Een uitgebreid verslag van alle boeken, met uitzondering tot de historische boeken, is te vinden op dit blog. De verslagen staan verdeeld over de jaren 2014, 2015 en 2016.

Geschreven door: Lysbeth Koster
0 reacties

Kleren maken de vrouw - Hella S. Haasse

(Leeswaarschuwing: De onderstaande tekst bevat details over de inhoud en/of afloop van het verhaal.)

Samenvatting

Dit boek vertelt een verhaal over Reina van Holten, ongeveer 20 jaar. Ze woont samen met haar vriendin Abby in Amsterdam, omstreeks 1947. Reina werkt als verkoopster bij de Bijenkorf, alhoewel ze verder wil in de mode. Ze wil eigenlijk een opleiding volgen tot modetekenaar, maar omdat haar ouders niet meer leven weet ze niet hoe ze de opleiding moet betalen. Gelukkig krijgt ze door een gulle gift van een geinteresseerde vriendin op leeftijd een kans om naar de opleiding te gaan, waar ze een groot talent blijkt te hebben in het modetekenen. Daar maakt ze echter een van de tweedejaars studenten bijzonder jaloers. Deze Harriët kan ook erg goed tekenen, maar is heel wat minder goed in kritiek incasseren. Het ontbreekt haar niet aan talent, maar haar egoïstische en onaardige karakter weerhoudt haar van haar grootste dromen. Ondertussen ontmoet Reina een charmante student, Roel, die haar ook niet koud laat. Echter, over de rol van de vrouw is hij erg duidelijk. Zij thuis voor de kinderen, terwijl de man werkt. Reina is niet zeker of ze dat wel ziet zitten. Als hij haar nu al niet serieus neemt, wanneer dan wel? Langzaam windt Harriet zich steeds meer op over het groeiende talent van Reina. Ze probeert hier een stokje voor te steken door een aantal gemene streken uit te halen. Maar de koele reactie van de altijd zo kalme Reina veroorzaakt nog meer opwinding. Harriet besluit te stoppen met de cursus en gaat op zoek naar een baan op niveau in de modewereld. Wanneer de wanhoop haar nabij is bij haar nieuwe baan schiet Reina haar te hulp. De strijdbijl wordt begraven en Harriet realiseert zich dat ze haar houding tegenover anderen moet veranderen. Reina zet haar opleiding voort en ook met Roel beginnen de serieuze gesprekken waar ze zo naar verlangde dan eindelijk te komen.
(Bron: De Leesfabriek – “Kleren maken de vrouw” gastblogger, 2013. Daarnaast zijn eigen aanpassingen verricht.)

Mening
Na de Tweede Wereldoorlog werd opdracht gegeven een reeks carrièreboeken te schrijven. Ook “Kleren maken de vrouw” van Hella Haasse behoort tot deze reeks en richt zich tot de opleidingsmogelijkheden in de mode van die tijd.

Het allerlaatste boek dat ik ging lezen voor VWO 6 moest een knaller zijn. Ik moest de literaire leesstijl met een goed gevoel afsluiten voor ik mij weer kon richten op het uitlezen van de stapel fantasie boeken en romans, die overigens erg gegroeid is door de jaren heen. En, op aanraden van een klasgenoot, is dat ook zeker gelukt. Dit prachtige boek van Hella S. Haasse las heerlijk weg op het strand. De zon die mijn huid verwarmde en langzaam mijn wangen deed kleuren, vergezeld door een heerlijke bries de mijn hoofd koel hielt onder de spannende momenten van het boek.

Ten eerste is de schrijfstijl van H. Haasse erg prettig. De zinnen zijn kort en bondig maar worden interessant gemaakt door de vele citaten en gesprekken die erin voorkomen. Zo krijg je het idee echt bij Reina en Abby in het appartement te wonen. Toch beschikken de personages niet over veel diepgang en is weinig ontwikkeling te zien. Er wordt gebruik gemaakt van stereotyperingen in bijvoorbeeld het verwende, gemene en egoistische meisje Harriet met een rijke achtergrond en Reina, die zowel in fysieke als karakteriserende beschrijvingen bijna perfect is. Ook haar leven is op een overdreven romantische en dramatische manier in elkaar gezet. Het is alsof je weer een meisjesboek als “Hoe overleef ik…” erbij pakt, maar op een positieve manier. Het is fijn om eens een boek te lezen wat niet zo zwaar op de maag ligt, vooral naast al die ijsjes van de vakantie.

Ten tweede sprak het onderwerp van het boek mij erg aan. Het begon al bij de titel: “Kleren maken de vrouw”. Ik ben het volkomen met deze zin eens omdat je met je eigen stijl kan laten zien wie je bent. Elke vrouw kan zich van anderen onderscheiden door haar eigen intuïtie en smaak te volgen om zich op deze manier tot een individu te maken in de grote massa van vrouwen om zich heen. De weg naar het vinden van een eigen stijl is voor iedereen verschillend en zorgt voor creativiteit en ontwikkeling. Wanneer vervolgens een eigen stijl is geboren geeft dat een stukje comfort maar ook zelfvertrouwen. In het boek zelf heb ik de titel helaas niet duidelijk naar voren zien komen. Toch trok ook de inhoud erg mijn aandacht. Tekenen is iets waar ik sinds ik klein was al erg mee bezig ben geweest, daartoe hoort ook het modetekenen. Ik kan me verliezen in het tekenen van een avondjurk van zijde of een sportieve “streetstyle”. Het lezen over dit onderwerp was dan ook totaal geen straf en heeft me zelfs inspiratie gegeven tot nieuwe tekeningen en ontwerpen.

Ten derde spreek de achterliggende gedachte van dit boek mij erg aan. Meisjes en vrouwen hoeven niet te wachten tot er een man langs komt die hen kan onderhouden. Dit boek spoort meisjes aan het heft in eigen handen te nemen en zich te ontwikkelen tot een onafhankelijke en zekere vrouw met een carrière. Ook ik zie het behalen van (financiële) onafhankelijkheid en een mooie loopbaan als een doel. Het zorgt voor de ontwikkeling van bijvoorbeeld creativiteit en het vermogen kwesties te kunnen oplossen. Een prachtige boodschap vooral in de tijd na de Tweede Wereldoorlog toen vrouwen de taken van mannen begonnen over te nemen.

Kortom is dit een heerlijk boek waar je zo doorheen bent. Ik kan met zekerheid zeggen dat dit boek in mijn top 5 komt door de schrijfstijl, de prachtige boodschap en mijn persoonlijke interesse. Als ik zo vrij mag zijn, zou ik mij bij deze willen excuseren om ook maar eens wat te gaan doen aan mijn persoonlijke ontwikkeling in het thema: “Kleren maken de vrouw.” Juist ja, ik ga even heerlijk online shoppen!

Geschreven door: Lysbeth Koster


0 reacties

Alles wat er was - Hanna Bervoets


(Leeswaarschuwing: De onderstaande tekst bevat details over de inhoud en/of afloop van het verhaal.)

Samenvatting
Merel is tv-redactrice en op een normale zondagmiddag in het jaar X willen ze in een schoolgebouw een wetenschappelijk programma opnemen, waarin het kind Joeri een hoofdrol zal spelen. Hij is een erg slim wiskundejongetje (maar niet hoogbegaafd). De opnames zijn nog maar net begonnen, als er een enorme knal buiten klinkt. Op last van de autoriteiten moet iedereen blijven zitten waar hij zit. Merel zit vanaf dat moment met nog zeven anderen opgesloten in het gebouw waar een ondoordringbare dikke mist omheen hangt. Niemand weet wat er exact aan de hand is, maar ze besluiten de instructies op te volgen en te blijven zitten waar ze zitten. De opladers van de mobiele telefoons liggen helaas thuis, internet ligt er natuurlijk ook uit, maar er is voorlopig water, de elektriciteit doet het en er is genoeg leesvoer aanwezig in de klaslokalen en de schoolbibliotheek .

Merel vindt bij een rondgang door de school een agenda van een meisje, dat Melissa heette. Die agenda gaat ze min of meer als dagboek gebruiken om de dagen van elkaar te kunnen onderscheiden. Boven alle hoofdstukken staat dan ook vermeld welke dag het is dat de mensen in het schoolgebouw zitten. Een van de acht, de  cameravrouw Lotteke, is al heel snel verdwenen. De andere zeven zijn Merel, Barry en Leo (die van de televisiezijde komen) Natalie en haar zoon, de 8-jarige Joeri, Kaspar (de onderwijzer van Joeri) en Kalyem (de conciërge van de school). Ze besluiten de lokalen zo te verdelen dat iedereen een andere kamer heeft. Ze hebben helemaal geen contact met de buitenwereld en ze vragen zich natuurlijk wel af wat er buiten is gebeurd. Leo is populair onder de bewoners. In het begin draait alles om het jongetje Joeri dat het leven in de brouwerij brengt. Hij zorgt dat er gespeeld wordt. Maar gaandeweg komen er spanningen onderling. Dat heeft bijvoorbeeld te maken met het verdelen van voedsel en de behoefte aan seks. Op dag 21 vindt Merel een buisje waarin medicijnen hebben gezeten voor iemand die onder grote psychische spanningen lijdt. Ze vertelt dat wel tegen Barry, die een van haar beste collega’s  is. Dan valt de elektriciteit uit, wat ook weer voor spanningen zorgt. Om de seksuele spanning te verminderen masturbeert Merel bij erotische fantasieën, want seks is onder dergelijke omstandigheden een middel tot ontspanning. Natalie brengt daarom vaak de nachten door in het lokaal van Kasper, de onderwijzer van Joeri. Joeri voelt zich dan buitengesloten door twee mensen uit zijn directe omgeving (zijn moeder en zijn meester) en zoekt zijn toevlucht tot Merel. Ze begrijpt later dat hij dit doet om zijn moeder een beetje jaloers te maken. Hij vraagt Merel met hem het mattenspel te spelen. Daarbij glijdt hij met een mat van de trappen in de school. Maar wanneer Merel eindelijk daarin toestemt, gaat het goed mis. Joeri dondert van de trap en het ziet er akelig uit. Zijn arm heeft een open , gecompliceerde breuk en daarin begint later koudvuur te komen. De arm wordt zwart en moet worden geamputeerd. Dat doet Kaspar met het keukenmes. Merel veegt de bloedvlek van de trap, maar vindt meteen een nieuw kokertje van medicijnen. Natalie is woedend vanwege het gebeurde, maar eigenlijk is ze zelf ook een beetje schuldig door ‘s nachts naar Kaspar te gaan.

Natalie en Kaspar nemen het besluit het schoolgebouw te verlaten. Ze dragen Joeri met zich mee, wanneer ze vertrekken. Leo zegt dat Joeri zo koud was toen hij vertrok, dat hij vermoedt dat het jongetje dood was. Dat gebeurt allemaal omstreeks de dagen 50 tot en met 55. Een dag later hebben Merel en Leo voor de eerste keer seks met elkaar. De dagen daarna gebeurt dat weer, maar Merel zorgt ervoor dat ze altijd vroeg weer weggaat bij Leo, want ze wil niet dat de anderen iets merken.  Wanneer ze elke vierde nacht wil overslaan met seks en ze langs zijn lokaal loopt, hoort ze twee mannen hijgen. Leo en Barry hebben dan ook seks met elkaar.
Op dag 72 is het 12 november en dat is de verjaardag van Merel. Ze wordt 29 jaar. Kaylem nodigt haar uit in zijn lokaal: ze krijgt als cadeau een ketting die hij zelf gemaakt heeft. Hij vertelt haar over zijn verleden als vluchteling. De dagen vliegen voorbij. Merel heeft steeds seks met Leo. Ze heeft een vreemd soort buikpijn. De lezer vermoedt op dat moment wel dat ze zwanger zal zijn. Dat verhoogt ook de onderlinge spanningen, want Barry weet er intussen van. Hij was er immers ook gebrand om Leo te veroveren. Maar hij ziet nu in dat dit waarschijnlijk onmogelijk is. Hij wil dan niet verder leven en weigert te eten en te drinken. Merel verzorgt hem nog een tijdje. Leo verdenkt Barry ervan de man van de pillen te zijn. Merel krijgt een geschreven brief van Barry: hij wil niet verder leven. Hij zegt dat hij nooit pillen heeft geslikt. Hij vertelt dat hij Leo ook een brief geschreven heeft. Merel kient het zo uit dat ze de brief van Barry aan Leo ontfutselt terwijl hij onder de douche staat. In de brief deelt Barry aan Leo mee dat hij verliefd op hem is, maar dat hij begrijpt dat hij voor Merel kiest. Daarmee is het doel in zijn leven voorbij. Als lezer voorvoel je dat hij de lust om te leven verloren heeft en zal sterven.
Merel is intussen zwanger: dat kan alleen van Leo zijn en in haar dagboek richt ze zich nu tot “je”, met wie ze meer dan waarschijnlijk haar ongeboren kind bedoelt. Die wil ze voor later vertellen wat er allemaal gebeurd is.

Barry sterft en het lijkt erop dat Kaylem hem een handje heeft geholpen. Merel is enkele dagen niet goed bij bewustzijn en als ze wakker wordt, blijkt dat Kaylem en Leo begonnen zijn aan de fastfoodmaaltijd-Barry. Ze zijn aan zijn benen begonnen. Deze vorm van kannibalisme komt natuurlijk wel eens meer voor bij mensen onder extreme omstandigheden (vgl. de beruchte vliegramp in de Andes in de film Alive). Kaylem is de initiatiefnemer. Volgens Leo smaakt het vlees hetzelfde als de Peruaanse cavia die hij ooit eens voorgezet heeft gekregen. Merel neemt later wraak door Kaylem te wurgen met de ketting die ze ooit van hem had gekregen voor haar verjaardag. En omdat het voedsel na al die dagen natuurlijk  op is, beginnen ze ook te knagen aan het vlees van Kaylem. Het is allemaal heel luguber.

In een van de laatste dagboekhoofdstukken beklemt Leo dat hij in North Dakota verslaafd is geraakt aan de pillen. Hij had vijf kokers bij zich toen hij in het schoolgebouw aankwam. Hij vertelt aan Merel dat hij de school moet verlaten, omdat hij “hulp” moet halen, omdat anders Merel, de baby en hijzelf het allemaal niet zullen overleven. In het laatste dagboekverhaal geeft Merel aan dat Leo acht dagen daarvoor vertrokken is en dat ze sindsdien niets meer van hem heeft vernomen. Ze bekent dat ze nu alle pillen in een keer geslikt heeft: ze droomt nu min of meer van een reis naar North Dakota met haar (ongeboren) dochtertje.

Een bizar einde van het verhaal. Waarschijnlijker is dat ze in het schoolgebouw zal zijn omgekomen en dat anderen haar dagboekaantekeningen zullen hebben gevonden.
(Bron: Scholieren – “alles wat er was” door Kees Van Der Pol, 2013)


Mening
Is het eindelijk zomervakantie, ga ik een boek lezen waarbij mensen gevangen zitten in een schoolgebouw. De grootste nachtmerrie van een scholier komt in het boek “Alles wat er was”, door Hanna Bervoets, tot leven en wordt een regelrechte kwelling voor hoofdpersoon Merel.

Na de eerste hoofdstukken kom je steeds meer in een draaikolk van spanning terecht. Het boek bevat erg veel spanningsbogen met geheimzinnige en rare gebeurtenissen waardoor de aandacht van de lezer niet af te wenden is. Wanneer je dan eindelijk denkt een adempauze te hebben bereikt wordt je alweer geconfronteerd met het volgende probleem, discussie of kwelling van het gezelschap. Hierdoor blijft het boek tot het einde interessant om te lezen.

De schrijfstijl van H. Bervoets is, wanneer de aandacht erbij wordt gehouden, relatief gemakkelijk te begrijpen. De moeilijke punten zitten hem in de opbouw van het boek in combinatie met de vele geheimzinnige en spannende gebeurtenissen. Je krijgt steeds een andere dag uit het dagboek van Merel mee waardoor de chronologie onjuist is. Bepaalde ontwikkelingen moet je dus zelf koppelen en je wordt vaak naar bepaalde dwaalsporen geleidt. Daarbij krijg je de situatie alleen vanuit het dagboek van Merel mee en daarmee dus alleen haar visie op de situatie. Naarmate de dagen oplopen worden beschrijvingen vager door de afnemende krachten van de hoofdpersoon. Toch is deze moeilijkheidsgraad op een positieve manier neergezet, vooral als je wel houdt van een puzzeltje. Zonder deze verassende aspecten zou het boek eentonig en saai worden. De lezer wordt beziggehouden doordat de schrijfster haar/hem stimuleert de eigen hersencapaciteit te gebruiken, een slimme zet van Hanna Bervoets.

Toch vond ik het boek niet altijd even plezierig om te lezen. De samenstelling van het gezelschap is enigszins apart en ook de situatie lijkt onwaarschijnlijk. Naarmate het boek vordert wordt de situatie heftiger en dat vereist ook hectische maatregelen. Vooral toen het kannibalisme aan bod kwam en de daaropvolgende moord op de conciërge werd het mij af en toe even te veel. Dit is natuurlijk voornamelijk te wijden aan mijn persoonlijke smaak in boeken en mijn verbeeldingsvermogen waardoor elk detail tot leven kwam. Toch geeft dit ook aan dat “Alles wat er was” een goed geschreven en samengesteld boek is waarbij het verhaal zich echt hecht aan je gedachten.

Ik kan met zekerheid zeggen dat dit boek gemakkelijk en vlot weg leest zonder afbreuk te doen aan de zeer spannende opbouw van het boek. Het verhaal kent zijn rare en aparte kanten maar dit geeft het boek een eigenaardig en toch aantrekkelijk karakter. De afsluiting is, positief of negatief gezien, een knaller en vormt zich tot een open einde waardoor de lezer het verhaal nog wel een tijdje bij zich draagt. “Alles wat er was” zou niet mijn eerste aanbeveling zijn maar verdient toch een goede plaats door het indrukwekkende verhaal. 

Geschreven door: Lysbeth Koster
0 reacties

Monte Carlo - Peter Terrin

(Leeswaarschuwing: De onderstaande tekst bevat details over de inhoud en/of afloop van het verhaal.)

Samenvatting
Deel I: Monte Carlo
Hoofdfiguur is de 35-jarige Engelse automonteur Jack Preston. We volgen hem vanaf de Grand Prix Formule I van Monaco in mei 1968. In het eerste deel, 'Monte Carlo', werkt hij voor het Britse team Lotus. Het is de dag van de grand prix in Monaco en de wereld kijkt toe: niet alleen de prins van Monaco  en zijn vrouw Grace Kelly zijn aanwezig, ook de wereldberoemde Amerikaanse filmster Deedee zal straks haar  opwachting maken. Voor de start van de wedstrijd komt zij het asfalt op, waar Preston haar redt wanneer gelekte autovloeistof in brand vliegt. Hij beschermt haar met zijn lichaam, waardoor hij zelf in de hens komt te staan en zwaar gewond wordt afgevoerd. Zij komt ongeschonden uit de bijna-catastrofe. Preston daarentegen verbrandt zijn rug, billen en nek. Er is een vrouw op de tribune die met een camera net één foto heeft gemaakt van dat moment.

Deel II: Aldstead
Schadelijker voor Preston  echter is de afwikkeling van de gebeurtenis: niemand heeft waardering voor zijn heldendaad, Deedee's lijfwacht krijgt de eer toegeschreven haar gered te hebben. Preston is niemand: zijn acties niet betekenisvol, zijn gezicht niet bekend. De media vermelden zijn naam niet.  Hij keert terug naar zijn woonplaats Aldstead in Engeland en vervolgt, zo goed en zo kwaad als mogelijk, zijn oude leven. Aanvankelijk zien de dorpsbewoners hem als een held, maar er is één man , een seizoenarbeider, die heel sceptisch is. Er is wel een bijzonderheid: zijn vrouw Maureen wordt opgewonden van zijn littekens en ze beleven dagelijks een menig plezierig seksueel hoogtepunt. Er lijkt een kentering te komen als Deedee in een talkshow bij Kingsley komt, maar het hele café, de Zwarte Zwaan, wacht vergeefs op een excuus of dankwoord van Deedee. Ze vertelt alleen dat ze in de serie de Wrekers gaat meespelen. Die wordt vanaf dat moment goed bekeken door Jack, die er speciaal een kleurentelevisie voor koopt. Hij heeft wilde fantasieën beroemd te worden en voor Ferrari te kunnen werken, maar hij krijgt een ontslagbrief van Lotus. Hij denkt echter nog steeds met Deedee in contact te kunnen komen. Hij vindt dat hij recht heeft op een soort beloning. In het dorp heeft hij alleen erkenning van de niet zo slimme en autistische Ronny.

Deel III: Monte Carlo
Het is ongeveer een jaar later wanneer Deedee door een noodlottig auto-ongeluk om  het leven komt. Niemand weet de exacte oorzaak. Preston gelooft sterk in een soort goddelijk evenwicht: elke mens krijgt evenveel als hem toekomt. Maar de beloning waarop hij hoopt, komt niet, wel wordt Deedee gestraft voor haar ondankbaarheid. Er wordt een minuut stilte gehouden voor de volgende Grand Prix. Op de dag in juli dat de eerste mens op de maan landt, gaat Jack met zijn mooie Lotus Cortina rijden met de simpele Ronny. Hij vraagt hem of hij tot twintig kan tellen in een dodelijke bocht waarbij jack zijn handen losmaakt van het stuur. Normaal kan dat maar zes seconden. 
Het is een open einde, maar het is heel waarschijnlijk dat Jack om het leven komt (zoals zijn grote idool Deedee) Ronny meldt zich zoals gewoonlijk bij de invalide vrouw die altijd zijn ravenzwarte haren kamt.
(Bron: Scholieren – Monte Carlo, Kees van der Pol 2014) Daarnaast eigen aanpassingen verricht.

Mening
“Nog nooit reed hij, of welke Nederlander dan ook, aan de leiding van een F1-race. Nog nimmer was er een 18-jarige die vooraan reed in een grand prix. Tot Max Verstappen.” Een citaat van het NRC op 15 maart 2016. Max Verstappen laat letterlijk en figuurlijk alle remmen los en is de trots van ons Nederland. Fantastisch!

Tijdens deze fantastische wedstrijd was ik bezig het boek “Monte Carlo”, door Peter Terrin, te lezen. Het toeval is bijna eng, gelukkig het boek zelf niet. Monte Carlo is een prachtig boek met een goede verhaallijn en ook de opbouw is erg goed in elkaar gezet. Je krijgt kleine stukjes mee van personages die je niet goed kent. Gelukkig wordt het al snel duidelijk dat Jack Preston de hoofdpersoon is. Niet lang na het begin van het boek is de spanning al om te snijden. Erg fijn omdat ik me dan meteen in het boek kan vastbijten. Door het boek heen zit een mooie afwisseling van spanning en rust. Toch blijft er altijd iets mysterieus en onbekends door de gevoelens en gedachten van de hoofdpersoon. Continu wordt je geconfronteerd met de vragen: “Wat gaat hij nu doen?” en “Wat spookt er nu door zijn hoofd?”. Erg knap dat deze aantrekkingskracht tot aan het einde van het boek wordt vastgehouden.

De schrijfstijl van het boek is erg fijn en simpel. Je komt er makkelijk doorheen maar toch zitten er kleine puzzeltjes in die het fris houden. Het boek is opgedeeld in drie delen waarvan vooral de laatste erg duidelijk een andere periode aangeeft. Elke deel is weer verdeeld in hoofdstukken van, over het algemeen, maar één of twee pagina’s lang. Persoonlijk vond ik dit erg prettig lezen. Je kan namelijk makkelijk bij een bepaald hoofdstuk stoppen, of toch nog eentje doorlezen.

In het boek krijg je mee hoe Jack Preston een heldendaad heeft verricht maar daar vervolgens geen erkenning voor krijgt. Je voelt de pijn, het verdriet en het onbegrip door de pagina’s heen tot diep van binnen. Op een prachtige manier leef je echt mee met het verhaal. Soms vond ik dit ook wel confronterend, dat een boek mij zo mee kon sleuren in een bepaalde emotie. Het derde deel vond ik wel het lastigere deel van het boek. Er wordt overgeschakeld naar verschillende personages waarvan je in eerste instantie geen verband weet te vinden met het verhaal. Toch wordt langzaam duidelijk waar de schrijver naar toe wil. Het derde deel wordt afgesloten met een open einde wat, op een grappige manier, erg frustrerend was.

Kortom, het boek leest vlot weg en is ook nog eens super leuk. Het is geen boek wat een grote indruk heeft achtergelaten (zoals de overgave wel deed), maar is wel erg geschikt om lekker in weg te dromen. Ik zou het boek zeker aanraden!

Geschreven door: Lysbeth Koster
Mogelijk gemaakt door Blogger.