geschreven door J. Bernlef
Samenvatting
Hersenschimmen wordt verteld vanuit het
perspectief van de ik-persoon Maarten
Klein, een 71-jarige man die begint met dementeren. Hij komt uit Nederland, maar woont sinds
vijftien jaar in de Verenigde Staten, in Gloucester (Massachusetts), met
de trein 1 uur ten noorden van Boston. Zijn geestelijke vermogens verslechteren naarmate het
verhaal vordert, terwijl zijn omgeving zich afvraagt wat er met hem aan de hand
is. Maarten begint in zijn herinneringen personen door elkaar te halen,
verdwaalt als hij de hond uitlaat en vergeet wat hij wilde gaan doen voor hij
ergens aan begint. Hij belt de bibliotheek op zoek naar zijn vrouw Vera, die daar al jaren niet meer
werkt, informeert naar de gezondheid van een gestorven man en denkt dat hij bij
zijn opa en oma aan het logeren is wanneer hij wakker wordt. Terwijl Maartens
geheugen verslechtert, wordt het steeds moeilijker voor hem om zaken en
personen uit het heden en het recente verleden te herkennen en keert hij in
zijn eigen beleving steeds verder terug naar vroegere tijden in zijn leven.
Soms is hij ogenblikken helder, dan weer ver weg. Op heldere momenten is hij
bang en onzeker over wat hem overkomt en schaamt hij zich voor zijn gedrag en
onvermogen.
Het wordt steeds moeilijker voor hem om op de woorden te komen
waarmee hij zich uit wil drukken.
Maarten
begint Dr. Eardly soms aan te
zien voor een Amerikaanse officier, Vera, zijn vrouw, voor een verpleegster en
de gezinshulp voor het meisje op wie hij verliefd was als jonge man. Hij
vergeet hoe hij stukken op de piano moet spelen die hij eerst wel kende en de
reizen die hij vroeger heeft gemaakt. Op een zeker moment herkent hij zijn
eigen weerspiegeling in de ruit en spiegel niet meer. Soms wordt hij
vastgebonden aan zijn bed wakker. Wanneer hij thuis niet meer te handhaven is,
wordt hij naar een inrichting gebracht.
(Bron:
Wikipedia, Hersenschimmen – Verhaal)
Mijn mening
Langzaam wringen de woorden zich door tot in je hersenen. De
zinnen kruipen door de dunste haarvaatjes en de vragen stromen door je hele
lichaam alsof het een adrenalineshot is. Hersenschimmen is niet een normaal
boek dat opgebouwd is in een duidelijke inleiden – kern – slot volgorde. Het
heeft iets speciaals en je leeft niet per hoofdstuk mee, maar echt met een
doorgaand verhaal. Net als in het leven stop je tussendoor niet even om adem te
halen, maar ga je door.
Een bijzonder boek met een bijzondere kern.
Het boek heeft veel indruk op me gemaakt. Je leeft in een
andere tijd, op een ander continent echt met de personages mee. Er werd genoeg
informatie gegeven om een duidelijke fantasie te kunnen vormen, toch had je de
mogelijkheid om zelf wat ontbrekende kenmerken in te vullen. Door het boek heen
krijg je achtergrondinformatie mee over wie, wie nou echt is en welke
karaktertrekken daar nou bijbehoren. Je krijgt geheimen te weten van Mr. Klein
die andere niet weten, alsof hij het speciaal aan jou verteld heeft.
Langzaam drijf je met de stroom van woorden mee naar het
einde, en daar werd het pas echt interessant. Langzaam krijg je mee dat de
hoofdpersoon dingen gaat vergeten, door elkaar haalt en in de war raakt, maar
op hetzelfde moment gaat deze overgang heel snel en opeens. In recensies
schreven mensen dat gedachten en “real life” moeilijk uit elkaar te houden
waren, zelf had ik daar weinig problemen mee. Ik snapte wat en waar we waren en
zo niet? dan werd dat een aantal alinea’s of bladzijden later duidelijk. Zo’n
30 bladzijden voor het einde gaat het snel achteruit met Mr. Klein. Je krijgt
mee hoe Maarten niet alleen mentaal, maar ook lichamelijk begint af te takelen.
Op een gegeven moment krijg je steeds vaker flarden van gedachten of
gebeurtenissen mee in plaats van een samenhangende situaties. In deze delen van
het boek ga je je ook afvragen hoe het is met Vera, en de andere personages. En
dan is het plots voorbij met een open eind dat eigenlijk niet helemaal open is.
Alsof het een sleutelgat is, de kamer waar jij staat gevuld met feiten en
gebeurtenissen die bekend zijn. Maar dan is er die ene kleine opening, waar jij
niet bij kan komen zonder de sleutel,
de gedachten van de schrijver, en waar
misschien nog wel een kamer kan zijn… of toch niet? Het is als de kamer waar
Maarten voor het laatst in wordt opgesloten, maar vlak daarvoor heeft hij toch
nog het boompje gezien. Een sprankje hoop, of toch een laatste afscheidsgroet?
De titel komt voor het eerste terug in een korte alinea
bovenin bladzijde 169. Ik citeer:
“In het leven
terug?... maar waar is zoiets gebleven?... is er wel zoiets?... of was gewoon
alles inbeelding van het hoofd?... hersenschimmen?” Ik vond dit een erg
mooie maar ook mysterieuze manier om de titel terug te laten komen. Je verliest
delen van het leven, zowel recent als uit het verleden. Op deze manier is de
informatie in je hoofd niet (de hele tijd) volledig en bestaat dus uit flarden,
hersenschimmen. Schimgestaltes die kort door je hoofd waden om je een bepaalde
emotie te laten voelen, maar voel je nog wel echt als je al zoveel kwijt bent?
Zoveel vragen kwamen er bij me op tijdens het lezen. Maar toch, toen het boek
uit was, was dat een mooie afsluiting.
Opdracht
Voor mijn opdracht heb ik gekozen een gedicht te schrijven
over “Hersenschimmen.” Hierin zijn de duinen de hersenen. Alles wat zich in jouw hersenen afspeelt aan normen, waarden, idealen, herinneringen enzovoort zijn ontwikkeld. Gevormd door jouw omgeving en op de proef gesteld door de weg die jij hebt
gekozen in het leven. Het strand is de veilige haven, je hebt het pad ernaartoe
al zo vaak bewandeld. Maar wat nou, als het pad weg is?
Gecreëerd door de wind,
gebouwd uit zandkorrels,
gevormd door de zee,
gehard door de elementen.
Duinen, bestaand uit zand,
Gevuld met paden,
Gevuld met voetstappen,
Met daartussen een weg,
die jou leidt naar het strand.
Zout is de zee, koud is het zand,
Bekend terrein, en geen eind.
Duinen, bestaand uit zand,
Gevuld met paden,
Gevuld met voetstappen,
Overwoekerd door helmgras,
Sporen, gewist door de wind,
Geen weg meer te zien,
Je bent blind.
Duinen, bestaand uit zand,
Gevuld met paden,
Gevuld met voetstappen,
Het is weg…
Uitgewist,
een mist voor de ogen,
geen weg meer te zien,
je bent blind.
Gecreëerd door de wind,
Gebouwd uit zandkorrels,
Gevormd door de zee,
Gehard door de elementen.
Maar je herkent het niet.
Geen weg meer te zien,
Je bent blind.
Geschreven door:
Lysbeth Koster
Prachtig, mooi, treffend gedicht.
BeantwoordenVerwijderenWat geef jij uitgebreid je mening, goed doordacht, zeer gedetailleerd. Je blog ziet er prima uit, goed gedaan!