(Leeswaarschuwing: De onderstaande
tekst bevat details over de inhoud en/of afloop van het verhaal.)
Samenvatting:
De
hoofdpersoon in het verhaal is Jeroen Brouwers. Zijn moeder stierf eind januari
1981. Ze woonde alleen in een bejaardentehuis. Hij heeft haar daar nooit
opgezocht. Ze belde hem wel af en toe maar hing dan meteen op. Het overlijden
van zijn moeder werd hem ’s ochtends telefonisch bericht. Hij was niet aanwezig
op de crematie, maar heeft deze wel tot in alle details laten beschrijven.
Tijdens de crematie, zou hij uit het boekje hebben willen lezen waarmee zijn
moeder hem heeft leren lezen: ‘Daantje gaat op reis,’ van L. Roggeveen, maar
door het vele verhuizen is hij dat kwijtgeraakt.
De
hoofdpersoon lijdt aan plotselinge aanvallen, waarbij hij krankzinnig van angst
wordt. De ‘angst- en emotiedempers’ die hij er tegen slikt, maken hem rustig en
onverschillig, denken wordt onmogelijk voor hem en er treedt een vervreemding
van zichzelf op. Zes à zeven jaar geleden, toen hij een tamelijk onevenwichtig
leven leidde, heeft hij Liza ontmoet. Hij is slechts drie dagen in haar
gezelschap geweest. Toch is ze zeer belangrijk in zijn leven. Dit komt doordat
hij een moederfiguur in haar ziet. Na deze korte relatie is hij getrouwd met
een andere vrouw. Ze schonk hem een kind.
Na de dood
van zijn moeder moet hij zowel aan zijn moeder als aan Liza denken, in dezelfde
hoeveelheid van liefde als van afkeer (hartstochtelijk en niet
hartstochtelijk). Hij voelt niks en wil ook niks voelen. Brouwers heeft samen
met zijn grootmoeder, moeder en zus in het Jappenkamp Tjideng gezeten, waar
Kenitji Sone de commandant was. Jeroen woonde er van zijn derde tot en met zijn
vijfde leefjaar. De ellende van het kamp is voor hem pas later realiteit
geworden. Destijds heeft hij, als ‘egoïstische levenslustige kleuter’, helemaal
niet geleden. Zo heeft hij geen slechte herinnering aan de psychologische
foltering. Deze bestond eruit dat, van tijd tot tijd alle jongetjes afscheid
van hun moeder moesten nemen ze vervolgens werden opgehaald met onbekende
bestemming, waarna ze soms dagenlang wegbleven. Jeroen was altijd makkelijk te
herkennen aan zijn legerhelm en ze vonden elkaar dan ook altijd terug in het
kamp.
Voor Jeroen
was de tijd na de oorlog pas traumatisch. Zijn moeder liet hem achter in een
pensionaat. Hij voelde zich verraden. Bij de afscheidszoen viel de voile van
zijn moeder voor zijn lippen. Dit ‘voorval’ was tekenend voor de rest van zijn
leven: ze kussen elkaar door een traliewerk van spinnenweb. Hij stelt zich
enkele keren voor wat zijn moeder en hijzelf gedaan hebben op het moment dat ze
overleed. Zo beschrijft hij uitvoerig wat er te zien was op de televisie.
Toen Jeroen
Brouwers nog een kampbewoner was, overleed zijn grootmoeder. Vele kampbewoners
overleden, maar hij had geen enkele gevoelens, zelfs niet toen zijn
kampvriendjes overleden, zoals Nettie Stenvert. Hij heeft geschaterd als
vrouwen door de Jappen mishandeld werden. Volgens Brouwers hebben zijn
kampervaringen geleid tot de wroeging die hij in het heden heeft. Als kleuter
deed het hem namelijk niks. Nu blijft het hem achtervolgen. Jeroens moeder is
ook mishandeld geweest door de Jappen. Zij moest eens voor straf een nacht lang
naakt in het licht van schijnwerpers staan, met mitrailleurs op zich gericht.
Op een dag
moesten de vrouwen in het kamp grote kuilen graven, naar bleek om daar
voedselzendingen van het Rode Kruis in te gooien, waarna alles vernietigd werd.
Zijn moeder smokkelde voedsel voor hem mee en werd betrapt. Sone, commandant in
het kamp, trapte haar tot bloedens toe in het kruis. Volgens de schrijver stopte
hij, op dat moment, om van zijn moeder te houden en wil hij een andere moeder.
Dit gevoel krijgt hij opnieuw bij de geboorte van zijn dochtertje, want dan is
zijn vrouw ook kapot en wil hij een nieuwe. Brouwers herinnert zich vooral de
urenlange kampappèls in de brandende zon. Hij leerde toen als vanzelfsprekend
aanvaarden dat vrouwen moeten worden gefolterd en gestraft. Het ergste was als
Sone kwam en er in hurksprongen gekikkerd moest worden tot bij sommigen de
ontlasting naar buiten kwam, samen met losgeschoten organen in bloed en
blubber.
Hij heeft een
associatie met de walging die hij voelde bij de 'duurzame beschadiging van de
schoonheid' toen zijn dochtertje met een keizersnede ter wereld kwam.
Jeroen reed
op de dag van zijn moeders crematie rond en dacht onder meer aan Liza. Toen hij
zijn auto stopte en een stukje in een mistig bos rond liep, voelde hij
diezelfde mist in zijn hoofd.
Na de tijd waarop de crematie geweest was, reed hij
terug naar huis en ging verder aan zijn boek over zelfmoord. Hij krijgt weer
een angstaanval en ziet zijn gezicht in de mist in vloeibaarheid ontbinden. Hij
gaat drinken.
(Bron: Scholieren - Bezonken Rood, Gertje 2004) Daarnaast eigen aanpassingen verricht.
Mening:
Het boek “Bezonken rood”, geschreven door Jeroen
Brouwers, is een type boek dat ik normaal gesproken vermijd. De oorlog en haar
vele verhalen vindt ik zeker interessant in mijn geschiedenis boek, maar niet
zozeer als leesvoer. Toch sprak dit boek mij aan omdat het ging over de
jappenkampen. Je hoort erg veel over de gebeurtenissen en ellende in Europa,
maar aan de andere kant van de wereld bleven de verhalen aardig verborgen.
Vooral omdat we het net hadden gehad over de Tweede Wereldoorlog in het westen
was ik erg benieuwd naar hoe het er in de exotische delen aan toe was gegaan.
Het boek heeft veel indruk op me gemaakt en kwam zeker binnen. Maar mijn
persoonlijke voorkeur gaat er niet naar uit.
Het verhaal zelf is eigenlijk best oppervlakkig. Het
gaat over een man bijna over de helft van zijn leven. Hij heeft een vrouw en
een dochter, maar denkt nog steeds vaak aan zijn avontuurtjes met Liza. Het
contact met zijn moeder is hij verloren en ook over de rest van zijn familie
wordt maar weinig gesproken. Hij zit vooral in de knoop met zichzelf. Maar al snel
komt de reden van deze knoop in beeld en begint het hele boek vorm te krijgen.
Alle ellendige en rare gebeurtenissen lijken ineens diepgang te hebben waardoor
je er begrip voor gaat tonen. De schrijver beschrijft het leven van een kind in
de jappenkampen op een erg indrukwekkende maar tegelijkertijd ook kalme manier.
De invloeden van een jeugd als deze worden later meer dan duidelijk.
In het begin pakte ik het boek er minder gauw bij. Het
was langdraderig en af en toe gewoon raar. De manier van schrijven was soms
lastig door de plotselinge tijdsverandering en het feit dat er geen duidelijke
hoofdstukken aanwezig zijn. Maar beetje bij beetje begon ik het boek te
begrijpen. Door sommige stukjes een tweede keer te lezen zie je ook de
achterliggende betekenissen en begrijp je ook de rest van het verhaal beter.
Bepaalde scenes zoals de handelingen in de jappenkampen vond ik erg
indrukwekkend en soms ook moeilijk om te lezen. Maar toch vindt ik het
belangrijk dat dit soort boeken en verhalen blijven bestaan. We mogen deze
ellendige gebeurtenissen niet zomaar vergeten omdat het zoveel heeft
stukgemaakt. Het is belangrijk dat we van deze verschrikkelijke fouten leren.
Het boek zal ik niet in mijn “top 5 leukste boeken”
neerzetten. Puur omdat ik het verhaal zelf mij niet aantrok en bepaalde
aspecten moeilijk te begrijpen waren. Toch heeft het wel erg veel indruk op mij
gemaakt en mij ook zeker laten nadenken over dingen als oorlog, vrede en wat invloeden
uit je jeugd met jou kan doen als volwassen iemand. Ik zou het dus wel aanraden
omdat het een erg leerzaam en diepgaand boek is.
Argumentatieopdracht:
Voor mijn eindopdracht voor Nederlandse literatuur moet
ik een mondeling betoog houden over een van mijn gelezen boeken. Bij dit betoog
moet ik kiezen of ik het boek de hemel in prijs, of dat ik het tot de grond toe
zal afbranden. Van elk gelezen boek maak ik dit jaar een argumentatieopdracht
ter voorbereiding voor de eindopdracht. In deze opdracht komt een inleiding
voor mijn betoog, een ultrakorte samenvatting van het boek, mijn
argumentatieschema en een slot voor mijn betoog.
Inleiding:
De liefde tussen een moeder en haar kind is een
ontzettend sterke band die onbreekbaar lijkt. Maar oorlog, geweld en onbegrip
kunnen grote gevolgen met zich meebrengen. Al deze ellende en narigheid is
schadelijk voor een mens en zal een brandend litteken achterlaten die voor de
rest van het leven zichtbaar zal zijn. Achter elk litteken zit een verhaal, een
bepaalde herinnering die van grootste waarde kan zijn voor de drager. In het
boek “Bezonken rood” krijg je een deel van het litteken van Jeroen Brouwers te
zien.
Samenvatting:
Wanneer hoofdpersoon Jeroen Brouwers (40 jaar) bericht
krijgt dat na al die afzonderlijke jaren zijn moeder is overleden, begint het
rouwproces. Herinneringen aan zijn kinderjaren in de jappenkampen en de liefde
voor zijn moeder krijgen daardoor weer nieuw leven ingeblazen.
Argumentatieschema:
Na al mijn vorige boeken volledig de hemel in geprezen
te hebben is het dan toch tijd om er ook een af te branden tot de grond. Het
boek “Bezonken rood” is een prachtig boek wat veel indruk op mij heeft gemaakt.
Het afbranden van dit boek is dan ook alleen bedoeld om aan een bepaalde
opdracht te voldoen.
Argument 1.
“Bezonken rood” lijkt een
historisch onbetrouwbaar boek te zijn.
Sub-argument
1. Jeroen brouwer is als kind van 3 jaar in de jappenkampen terecht gekomen
en heeft daar zo wie zo tot zijn 6e jaar gezeten. Maar hoeveel kan
een kleuter nou werkelijk onthouden? Persoonlijk heb ik alleen nog een vaag
beeld van enkele gebeurtenissen uit deze tijd van mijn leven. In het boek wordt
grotendeels verteld over de situatie in de jappenkampen met daarbij verschrikkelijk
veel details. Bijvoorbeeld: “Op een zekere dag was Nettie Stenvert dood, die
een pop bezat met ogen die open en dicht konden. Aan de hand van mijn moeder
stond ik bij het lijk van die Nettie, die mijn vriendinnetje was geweest. Men
had het lijkje, met een strik in het pijpenkrullenhaar, in een theekist gelegd
en, op het hoofd na, toegedekt met het zilverpapier of het
zilverglanzendetinpapier dat tegen de binnenwanden van die kist had gezeten.” Zeg
nou zelf, een kind van tussen de 3 en 6 jaar die zulke details onthoud moet wel
een wonderkind zijn geweest. Daarnaast is dit niet de enige scherp gedetailleerde
passage uit het boek, het boek staat en vol mee. Beter nemen we de uitspraken
en herinneringen van een kleuter met een korreltje zout.
Sub-argument
2. Oorlog en geweld doen erg veel met mensen en kunnen hen tekenen voor het
leven. Zo zijn er enorm veel soldaten die een trauma hebben overgehouden aan
hun tijd in het leger. Maar ook in de kampen, waaronder ook de Jappenkampen, is
ontzettend veel geleden en gezien. De slachtoffers van deze kampen hebben een
verschrikkelijke tijd gekend die je niemand toe zou wensen. Logisch dat ook
vele van hen een mentale stoornis of ongerustheid met zich mee hebben genomen.
Door deze verschrikkelijke gebeurtenissen kan het (logisch) moeilijk zijn om
helder en objectief naar deze tijd te kijken. Bepaalde punten zouden dus door
Jeroen Brouwer op een verkeerde en ook onrealistische manier naar voren kunnen
zijn gebracht.
Sub-argument
3. Ook Rudy Kousbroek heeft zijn mening luidt en duidelijk geopenbaard over
het boek van J. Brouwers. Ook hij heeft een tijd in de Jappenkampen moeten
doorbrengen en zou dus moeten weten waar Dhr. Brouwers precies over praat. Toch
heeft ook hij het over een onrealistisch beeld en een “Oost Indisch
Kampsyndroom”.
Argument 2.
Het verhaal is denigrerend en
sleept je mee naar een wereld vol depressie en problemen.
Sub-argument
1. Wat er in de kampen uit de periode van de Tweede Wereldoorlog is gebeurt
is natuurlijk verschrikkelijk. Zo worden ook een aantal van deze
verschrikkelijke gebeurtenissen (misschien overdreven) beschreven door Jeroen
Brouwers. Hij zat door zijn leeftijd bij zijn moeder en alle andere vrouwen in
een kamp. Er hebben verschrikkelijke martelingen plaatsgevonden en als Dhr.
Brouwers echt zoveel herinnert als hij beweert, is het aanneembaar dat hij een
bepaald trauma heeft opgelopen. Maar de denigrerende houding tegenover vrouwen
en in het bijzonder moeders is wel erg overdreven. Het is duidelijk dat de
schrijver zelf nog lang niet is hersteld, in zoverre dat mogelijk is, door zijn
verschrikkelijk negatieve houding tegenover de vrouw. Zo lijkt het alsof hij
een vrouw ziet als een soort voorwerp dat je kan gebruiken om haar vervolgens
maar aan de kant te gooien.
Sub-argument
2. Naast de denigrerende aanblik tegenover vrouwen en moeders wordt in het
boek duidelijk dat de hoofdpersoon niet eens de geboorte van zijn eigen dochter
wil aanschouwen. De reden hiervoor is de verschrikkelijke marteling van zijn
moeder waarvan hij nog steeds alles in detail kan vertellen. Toch komt het op
mij erg egocentrisch over. Het is lang geleden en de hoofdpersoon heeft de
keuze gemaakt zijn leven weer op te bouwen. Hij is getrouwd en was er zelf bij
toen de bevruchting plaatsvond. Hij heeft gekozen zijn leven weer op te bouwen
en daarbij hoort geven en nemen. Puur uit egoïsme heeft hij zijn vrouw helemaal
alleen een bevalling laten doorstaan om, wanneer het kind ter wereld is
gebracht, doodleuk binnen te lopen alsof er niets is gebeurt. Onacceptabel en
erg teleurstellend.
Sub-argument
3. Door het hele boek heen lijkt er een donkere draad gespannen te zijn. De
ingrijpende jaren uit het verleden kunnen niet deels losgelaten worden waardoor
de rest van zijn leven wordt verpest. De hoofdpersoon komt over als een zwak en
grauw iemand waardoor het hele boek eigenlijk een beetje teleurstellend
overkomt. Vooral omdat er zoveel verhalen zijn van mensen uit de kampen die
zichzelf wel, deels, hebben kunnen herpakken en nu zoveel goeds doen.
Argument 3. Lak aan een goede
opbouw en eenheid in het boek.
Sub-argument
1. Het doet aanvoelen alsof het boek een hoopje bij elkaar gegooide
herinneringen zijn die zijn aangevuld met eigen mooimakerijen. Je schiet van
hot naar her in het boek. Van een diepgaande flashback, naar het omgegooide
potje pillen waarvan een deel in het schaamhaar blijft hangen, erg charmant is
het dus niet. Daardoor is het boek ook af en toe erg moeilijk te volgen en snap
je niet goed of je bepaalde aspecten serieus of op een sarcastische manier moet
opvatten.
Sub-argument
2. In het begin kom je moeilijk in het boek door zijn langdraderige
karakter, rare aspecten en lak aan een bepaalde spanningsboog. Langzaam wordt
het boek beter en kom je er wel in, maar het einde is erg teleurstellend.
Eenzaam, in het bos, in de regen herdenkt hij zijn moeder omdat hij de ballen
niet had om naar haar crematie te gaan. Tussendoor lijkt er iets fout te zijn
gegaan. Opeens komt er een bladzijde naar voren met daarin de volledige Tv-gids
met daarbij of moeder het zou hebben bekeken of niet. Het komt over alsof de
schrijver zijn bladzijden op moest vullen en daarom dus maar het programma
overzicht heeft weergegeven. Lekker interessant…
Slot:
Een verschrikkelijke gebeurtenis
die had kunnen worden verweven in een prachtige en indrukwekkende roman. Maar
uiteindelijk komt het boek laks en deprimerend over. Dit boek is het bewijs dat
littekens niet goed helen wanneer je ze de kans niet geeft.
Geschreven door: Lysbeth Koster